Verslag bijeenkomst ’50 jaar Turkse migratie in Nederland’

17 november 2014 – Afgelopen 11 november vond op de Universiteit Leiden een bijeenkomst plaats met als thema ’50 jaar migratie’, georganiseerd door het Turkije Instituut. Centraal in de bijeenkomst stonden de Turkse migranten die vanaf de jaren 60 naar Nederland kwamen en de latere generaties die in Nederland opgroeiden.

Sprekers waren Şahin Yıldırım, auteur van het boek 50 jaar, 50 verhalen, over de ervaringen van de eerste generatie Turkse gastarbeiders en hun Nederlandse collega’s in de eerste migratiefase; dr. Ibrahim Yerden, antropoloog verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in integratievraagstukken, en Kıvılcım Özmen, oral history interviewer werkzaam binnen diverse projecten, waaronder de documentaire ‘’IJzeren vogel’’, over de eerste generatie Turkse en Marokkaanse vrouwen van gastarbeiders in Nederland.

De eerste ervaringen van de gastarbeiders in Nederland waren overwegend positief, zei Yıldırım. Hoewel de gastarbeiders in eerste instantie vooral geïsoleerd leefden, werden ze veelal gastvrij ontvangen door de Hollanders. Pas nadat in de jaren 80 bleek dat de Turken niet meer terug zouden gaan naar Turkije, maar ervoor kozen om zich permanent in Nederland te vestigen en hun gezinnen lieten overkomen, veranderde dat. Toch bleek uit onderzoek en ervaringen van alle drie de sprekers dat de meesten uit de eerste generatie niet terug zouden willen keren naar Turkije, al was het maar omdat hun kinderen en kleinkinderen ook allemaal in Nederland zijn.

Over de vraag of Turks-Nederlandse jongeren graag naar Turkije willen om daar een bestaan op te bouwen zijn de jongeren verdeeld. Vooral hoogopgeleide jongeren zien kansen in Turkije, terwijl lager opgeleide jongeren hun toekomst toch vaker in Nederland zien. Voor jongeren die de stap wagen en naar Turkije vertrekken, blijkt uiteindelijk vaak dat zij Turkije toch iets te rooskleurig hebben voorgesteld: de hiërarchische structuur in de Turkse bedrijven, de krapte op de Turkse arbeidsmarkt, het Turks dat toch afwijkt van het Turks dat ze in Nederland spreken en de rekbaarheid van tijd in Turkije zijn factoren waar men niet aan gewend is. Een groot deel keert uiteindelijk dan ook weer terug naar Nederland.

De bijeenkomst werd afgesloten met vraag of de integratie van de derde generatie Turken in Nederland geslaagd genoemd kan worden. Allen waren het erover eens dat Turkse jongeren veelal geen keuze maken tussen of ‘’Turks-zijn’’ of Nederlands-zijn’’, maar juist verschillende aspecten uit beide culturen samenbrengen op een wijze die hen past; zogezegd ‘’the best of both worlds’’. Ze integreren dus op hun eigen manier. Ook zouden Turkse jongeren ten opzichte van autochtone jongeren weleens een voorsprong kunnen hebben in een alsmaar globaliserende wereld, waarin het voor hen makkelijker is om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.